“Met muziek kan je de kijker ongelofelijk beïnvloeden”

Interview met ELENA KATS-CHERNIN

In opdracht van de televisiekanalen ZDF/ARTE componeerde de in Oezbekistan geboren Australische componiste Elena Kats-Chernin nieuwe muziek voor Varieté, een stomme film uit 1925. Op vrijdag 15 september brengt het Belgian National Orchestra in Bozar onder leiding van filmmuziekexpert Dirk Brossé de première van dit werk voor groot orkest. De filmklassieker wordt daarbij, in een gerestaureerde versie, op groot scherm vertoond. Een gesprek met componiste Elena Kats-Chernin!


Je studeerde compositie in Moskou, Sydney en Duitsland, onder andere bij Helmut Lachenmann. Hoe kwam je bij film terecht?

Naast muziek kon ook het visuele aspect mij van jongs af aan bekoren: ik was geïnteresseerd in theater, in tekeningen, bespeelde tijdens een voorstelling eens de piano als grap al liggend op het instrument zelf … Midden jaren 1980 heb ik het Duitse ‘Tanztheater’ ontdekt. Ik werd bevriend met Reinhild Hoffmann, de leidster van Tanztheater Bremen, dat later in Bochum resideerde. Van haar heb ik ongelofelijk veel geleerd. 10 jaar lang maakte ik soundtracks voor danstheater. Parallel ben ik ook voor het regulier theater beginnen werken, onder andere voor de regisseuse Andrea Breth. Wat ik ontzettend leuk vond, was dat elk stuk iets nieuws, iets anders nodig heeft. In die periode heb ik veel ervaring opgedaan in de podiumkunsten: wat is de functie van klank bij een voorstelling? Welke invloed heeft geluid, niet alleen op het publiek, maar ook op de mensen die op het podium staan? In 1998 stelde Nina Goslar van ZDF/ARTE mij de vraag of ik nieuwe muziek wou componeren voor een stomme film. Dat was toen voor De voerman des doods (Körkarlen), een Zweedse horrorfilm uit 1921. Kort daarna volgden nog de muziek voor twee andere stomme films, steeds voor klein ensemble. 20 jaar later zijn Nina Goslar en Thomas Schmölz van ZDF/ARTE terug bij mij uitgekomen voor Varieté. En deze keer kon ik muziek schrijven voor groot orkest!


Hoe ben je daarbij te werk gegaan?

Ik componeer nog op archaïsche wijze: aan de piano met pen en papier. Ik improviseer veel, kijk naar de film, speel muziek bij bepaalde scènes en observeer heel precies wat ik daarbij ervaar. Wat voel ik bij de combinatie muziek en film? Wat wil ik juist voelen? En hoe gaat het verder na deze scène? Bij het componeren van dergelijke muziek komt er heel wat dramaturgisch werk kijken. Muziek stelt je in staat om bepaalde beelden zichtbaar te maken – of net om ze te verbergen. Met muziek kan je de kijker ongelofelijk beïnvloeden. Als componist heb je dan ook een grote verantwoordelijkheid! Wat ik bij Varieté interessant vind, is dat er echte shownummers zijn – trapezeacts van de artiesten – en die vragen een heel apart muzikaal antwoord.


Stomme films werden vroeger vaak begeleid door live pianisten. Eigenlijk sluit jouw compositiepraktijk daar deels op aan?

Als pianiste zou ik inderdaad de hele film al improviserend van muziek kunnen begeleiden. Bij mij thuis heb ik dat ook vele malen gedaan. Steeds nieuwe ideeën borrelen daarbij in me op. Wanneer je echter muziek moet schrijven voor meerdere muzikanten – in dit geval een groot symfonisch orkest – moet alles tot in de details vastgelegd worden. De uiteindelijke partituur voor Varieté telt meer dan 600 pagina’s! Moeilijk is ook de synchronisatie van muziek en film: boven de partituur bevindt zich een hele beschrijving van wat er op dat moment in de film gebeurt, zodat de dirigent in elke maat weet waar hij of zij zich in de film bevindt. Soms duiken er ook problemen op, bijvoorbeeld in de dansscènes die in de film zitten. Uit de voetbewegingen van de personages leid je de puls af en daarop componeer je muziek, maar die dansscènes zijn niet noodzakelijk in één take opgenomen en van shot tot shot wijzigt de puls licht. Dan moet je creatief zijn met oplossingen!


Laten we het even over de film zelf hebben: wat heeft deze klassieker uit 1925 mensen vandaag te bieden?

Enerzijds is er de enorme historische waarde van de film, die zich grotendeels afspeelt in het Berlijn van voor de oorlog. De meest tot de verbeelding sprekende locatie is zonder twijfel Wintergarten, een Berlijns varietétheater dat wereldberoemd was. Daar vinden de trapezesequenties plaats, de salto mortale, hoog in de lucht met in de diepte het publiek dat met open mond toekijkt. De acteurs – waaronder de Oscarwinnaar Emil Jannings en de vroeg gestorven danseres/actrice Lya De Putti zijn ook echt buiten categorie. Anderzijds zijn er de vernieuwende cameratechnieken, die deze film tot een ‘must see’ maken voor elke doorgewinterde filmfanaat. Op een bepaald moment wordt de camera aan een trapeze gehangen! Wat ik zelf heel mooi vind, in vergelijking met de huidige films, is dat het verteltempo iets lager ligt. Als toeschouwer heb je de tijd om je eigen verbeelding te gebruiken, vandaag is dat zelden het geval. En mijn muziek frist hopelijk alles op!


Kan je je muziek op de een of andere manier beschrijven?

Je eigen muziek beschrijven is moeilijk, maar ik doe een poging! Ze is in elk geval tamelijk direct: je hoeft er niet bij na te denken. Zij is echter niet zonder complexiteit. De akkoorden die je verwacht, probeer ik net niet te geven. Mijn motieven bestaan meestal slechts uit een beperkt aantal noten, maar proberen desondanks veel werking te hebben, vaak door het gebruik van syncopen. De partituur is tonaal, alhoewel er natuurlijk ook een paar dissonante momenten zijn. Ik gebruik een klassiek symfonisch orkest, maar met toevoeging van een piano. Die is voor mij zeer belangrijk. De combinatie van piano, harp en pizzicato in de strijkers heb ik voor deze film een paar keer gebruikt. En je mag je ook aan een saxofoon verwachten. Om het circusmilieu uit te drukken, kon ik niet om dat instrument heen. Een saxofoon geeft aan de vele shownummers net dat tikkeltje extra glans! 

 

Info & Tickets