Henk de Vlieger: “De kunst van de geleidelijke overgang”

Op 3 december voert het Belgian National Orchestra onder leiding van chef-dirigent Antony Hermus in Bozar een symfonische compilatie uit van Wagners muziekdrama Tristan und Isolde. Die werd samengesteld door de Nederlandse percussionist, componist en arrangeur Henk de Vlieger. Zijn compilaties en arrangementen worden met de regelmaat van de klok wereldwijd uitgevoerd.


Hoe ben je ooit begonnen met het maken van symfonische compilaties?

Ik ben bijna 40 jaar lang slagwerker geweest bij het Radio Filharmonisch Orkest. Daarnaast heb ik altijd al gecomponeerd en gearrangeerd. Begin jaren ’90 kwamen deze activiteiten in een stroomversnelling toen toenmalig chef-dirigent Edo de Waart me vroeg om een symfonische compilatie te maken van Wagners Ring-cyclus voor een tournee in Duitsland. Dat werd een groot succes: hetzelfde jaar reeds werd hiervan een cd geproduceerd. Een tijdje later vroeg men mij een symfonische compilatie te maken van Parsifal en toen er een nieuwe manager voor het orkest kwam – die een box wou uitgeven met compilaties van Wagners muziekdrama’s – kreeg ik de vraag om ook Tristan und Isolde onder handen te nemen. Wereldwijd zijn die compilaties in de voorbije 20 jaar ontdekt geworden door andere orkesten en dirigenten. Zo is alles begonnen!


Ben je zelf een grote Wagnerliefhebber?

Niet per se, dat is steeds weer het grote misverstand. Ik ben nog maar één keer naar Bayreuth geweest en heb daar niet eens een productie gezien. Met de auto hebben we een toertje gedaan omheen het Festspielhaus, maar binnen zijn we niet geraakt, want er vond op dat moment een repetitie plaats. Voordat Edo de Waart me vroeg die compilaties te maken, hadden we met het Radio Filharmonisch Orkest net de volledige Ring-cyclus concertant uitgevoerd. Dat was eigenlijk mijn eerste kennismaking met de muziek van Wagner. Natuurlijk is hij wel een fantastisch componist, iemand waar je niet omheen kan. Hij heeft de muziekgeschiedenis erg ingrijpend veranderd en tot op de dag van vandaag blijft zijn invloed onverminderd doorwerken.


Wat zijn de ideeën achter jouw symfonische compilatie van Tristan und Isolde?

Bij het maken van een symfonische compilatie moet je kiezen voor langere fragmenten waarbij het orkest een hoofdrol speelt. Bij de Ring kon ik door middel van dergelijke fragmenten vrij goed het originele verhaal navertellen. Bij Parsifal lukte dat niet: daar koos ik er voor om te focussen op het rituele aspect. Ook bij Tristan und Isolde was het heel erg lastig om tot een goede selectie te komen. Ik koos uiteindelijk zeven fragmenten die weergeven wat er in de hoofden van de protagonisten plaatsvindt. Concreet: na het voorspel komen we direct in het tweede bedrijf terecht: het moment waarop de koning op jacht vertrekt, Isolde in extase gaat en ze Tristan eindelijk ontmoet. Hun duet, het hart van de opera, heb ik ‘Nachtgesang’ genoemd. Die scène wordt ruw onderbroken wanneer de koning terugkomt van de jacht. Uit het derde bedrijf heb ik drie fragmenten gekozen. Eerst hoor je wat er in het hoofd van Tristan gebeurt, dan hebben we de ontmoeting tussen Tristan en Isolde, en uiteindelijk eindigen we met de beroemde Liebestod.


Voor het concert op 3 december breidde je in overleg met Antony Hermus de symfonische compilatie uit met gezongen passages. Op het podium staat niet alleen het orkest, maar ook Tristan (Ben Gulley), Isolde (Martina Serafin) en Brangäne (Barbara Koselj). 

Dat klopt! De originele compilatie duurt ongeveer 70 minuten. Antony Hermus vroeg me om hiervan een avondvullend geheel te maken, zonder pauze en met zangers. Na wat overleg besloten we om het grote liefdesduet in het tweede bedrijf uit te voeren met zangers. De ‘Nachtgesang’ wordt dus veel langer. Ook Isoldes Liebestod wordt met zangeres uitgevoerd. Daarbij blijft het originele concept – tonen wat er in de hoofden van de protagonisten omgaat – gehandhaafd. Wat daarbuiten plaatsvindt – de jachthoorns van König Marke, de waarschuwingen van Brangäne, de solo van de Engelse hoorn – wordt steeds gespeeld door muzikanten die zich niet op het podium te vinden.


In elk muziekgeschiedenisboek staat te lezen dat Tristan und Isolde een absolute mijlpaal vormt. Hoe verklaar je dit vanuit de partituur?

In Wagners muziekdrama wordt de tonaliteit voor de eerste keer consequent op losse schroeven gezet. Dat gebeurt meteen al in het voorspel. Het is heel erg onduidelijk in welke toonaard we ons bevinden. Meer dan vier uur lang word je vervolgens in spanning gehouden met akkoorden die maar niet oplossen. Mike Poddé, een presentator van het in Nederland erg bekende televisieprogramma Podium Klassiek, zei ooit: “ik kan niet naar Wagner luisteren, en al zeker niet naar Tristan und Isolde. Daarin worden geen punten gebruikt, enkel komma’s”. En inderdaad: enkel op het einde, tijdens de Liebestod, de extatische climax waarin Tristan en Isolde elkaar in de dood ontmoeten, zet Wagner een muzikaal punt. Exact dezelfde muziek gebruikt Wagner trouwens ook al in het duet in het tweede bedrijf, maar daar krijgen we geen punt. De muziek wordt ruw onderbroken door de komst van de koning.


En wat de orkestratie betreft?

Wagner is natuurlijk ook een enorm vernieuwer op het gebied van klankkleur. Tristan und Isolde is een vrij laat werk, geschreven nadat hij reeds Das Rheingold en Die Walküre had gecomponeerd. Door de toevoeging van instrumenten zoals de basklarinet en de althobo, en door het gebruik van een enorm gediviseerd strijkorkest, met verschillende solostrijkers, kon hij voordien nog nooit gehoorde klankkleuren realiseren. Op dat vlak beschikte Wagner over een ongelofelijk vakmanschap. Zelf beschreef hij dit in een brief naar Mathilde Wesendonck als “de kunst van de geleidelijke overgang”. Wagner nam de tijd om met behulp van zowel harmonieën als orkestraties geleidelijke overgangen te creëren, waardoor je eb- en vloedbewegingen krijgt die je volledig opslorpen. 


Hoe is de samenwerking met Antony Hermus verlopen?

Vijftien jaar geleden kreeg ik vanuit het niets een mailtje waarin stond: “je kent me misschien niet, maar ik ben Antony Hermus, GMD (Generalmusikdirektor) in Hagen. Omdat het orkest 100 jaar bestaat, hebben we een cd gemaakt met een opname van jouw symfonische compilatie van Tristan und Isolde. Kan je me jouw adres laten weten, zodat ik je de cd kan toesturen?” Ik heb dat toen gedaan, kreeg de cd toegestuurd en viel van mijn stoel toen ik zijn interpretatie hoorde. Dat was zo goed, zo ontzettend mooi gedaan! Een ontmoeting in Amsterdam was vervolgens het begin van een lange samenwerking. Hij is intussen een groot pleitbezorger van mijn Wagnerarrangementen. En het is erg prettig samenwerken met hem: muzikaal zitten we op dezelfde lijn.

 

🎫 Info & tickets voor het concert op zondag 3 december

 

Door Mien Bogaert