Uitgesteld - Boris Berezovsky & Khachaturian - Russian Magic

Bozar
Brussel
zo 20.02.22 15:00

Sean Shepherd, Magiya (Belgian premiere)
Aram Khachaturian, Piano Concerto in D-flat major, Op. 38
Nikolai Rimsky-Korsakov, The Golden Cockerel: Suite (arr. Glazunov & Steinberg)
Béla Bartók, The Miraculous Mandarin, Op. 19, BB 82: Suite

Een heel bijzonder soort magie doordesemt vele Russische liederen en verhalen. De Amerikaanse componist Sean Shepherd brengt hieraan een ode in zijn werk Magiya, geschreven in 2013 voor het Nationaal Jeugdorkest van de Verenigde Staten dat toen op tournee ging met Valery Gergiev.

Aram Khachaturian behoort samen met Shostakovich en Prokofiev tot de drie belangrijkste componisten van de Sovjetperiode. Geboren in Armenië, verhuisde hij op 18-jarige leeftijd naar Moskou. In 1937 brak hij internationaal door met zijn Pianoconcerto dat tot op de dag van vandaag een belangrijk repertoirestuk blijft. In de tweede beweging zorgt een zingende zaag voor een magische atmosfeer.

Tovenarij komt ook veelvuldig voor in Nikolai Rimsky-Korsakovs laatste opera De gouden haan, gebaseerd op een gedicht van Pushkin. Kort na de (desastreus afgelopen) Russisch-Japanse oorlog geschreven, hekelt deze opera aan de hand van een sprookje de arrogantie van gezagsdragers. Tsaar Dodon laat zich hersenloos verleiden door een Oosterse despotin en wordt daarnaast ook in de luren gelegd door een astroloog die hem een gouden haan verkoopt. Kort na Rimsky- Korsakovs dood bundelden twee componisten alle hoogtepunten van de opera in een vierdelige orkestsuite.

Bartóks pantomimeballet De wonderbaarlijke mandarijn vertelt het verhaal van drie zwervers in een grootstad die een meisje de opdracht geven om zich te prostitueren. Haar eerste twee klanten blijken geen geld te bezitten, maar dan slaagt ze erin om een mandarijn, een rijke Chinese man, aan de haak te slaan. De zwervers willen hem beroven, maar de mandarijn blijkt immuun te zijn voor verwondingen en wil niet sterven. Pas wanneer het meisje zijn verlangens vervult, beginnen zijn wonden te bloeden en geeft hij de geest. De première van dit werk in 1926 in Keulen lokte wegens de amorele handeling een waar schandaal uit en alle verdere opvoeringen werden door de toenmalige burgemeester Konrad Adenauer (later de eerste Bundeskanzler van de BRD) verboden.

 

James Feddeck, dirigent
Boris Berezovsky, piano