Maak kennis met Nico Schoeters en Koen Maes

Nico Schoeters

Maak kennis met Nico Schoeters en Koen Maes

 

Een van de hoogtepunten van de komende maanden wordt de uitvoering van Mahlers Zesde symfonie met daarin een grote rol weggelegd voor het slagwerk. Tijd om kennis te maken met deze sectie! Het Belgian National Orchestra heeft twee percussionisten vast in dienst: paukenist Nico Schoeters en slagwerkster Katia Godart. Wanneer een concert meer dan twee slagwerkers vereist, springen freelancers bij. Daaronder ook Koen Maes, die regelmatig te gast is bij ons orkest.

 

Wat is jullie muzikale achtergrond?

 

Koen Maes: Mijn eerste ervaring deed ik op in het harmonieorkest van mijn thuisdorp. Uiteindelijk heb ik aan het Conservatorium van Antwerpen gestudeerd, bij dezelfde leerkrachten als Nico.

 

Nico Schoeters: Klopt, er zijn wel wat gelijkenissen! Veel professionele muzikanten starten hun loopbaan in een lokaal harmonieorkest. Ook voor mij was dat zo. Percussie ben ik beginnen studeren aan de muziekacademie in Boom. Voor mijn conservatoriumopleiding ben ik dan naar Antwerpen gegaan. Een jaar na mijn afstuderen, in 1998, kreeg ik de kans om als vervanger mee te spelen met het Belgian National Orchestra. Een bijzonder spannende ervaring, want ik werd pas de dag zelf gecontacteerd! Iemand was ziek, en ik mocht last-minute invallen. En van het een is natuurlijk het ander gekomen. Ik ben blijven vervangen, uiteindelijk kwam er een plaats vrij, ik deed auditie en was geslaagd. Sinds 2001 ben ik vast aangesteld bij het orkest. Een belangrijk moment voor mij was november 2020. Toen deed ik nog een extra auditie om aanvoerder paukenist te worden, 20 jaar na mijn eerste auditie hier!

 

Tijdens een concert moeten slagwerkers vaak verschillende instrumenten bespelen. Vaak zie je slagwerkers ook van hier naar daar lopen. Hoe bereiden jullie je voor op al die overgangen?

 

Koen Maes: Alles begint bij een goede analyse van de partituur. Daarna moet je je zo goed als mogelijk organiseren. We leggen alles heel nauwkeurig vast – wie doet wat, wie staat waar – en schrijven dit op. Modernistische werken waarbij veel slagwerk gebruikt wordt, vormen inderdaad soms een hele uitdaging!

 

Soms kan het echter ook heel rustig zijn … Wat doen jullie in dat geval?

 

Koen Maes: Genieten van het concert! En onze positie is daarvoor echt ideaal. Onlangs speelden we Bruckners Achtste symfonie. In dat werk van ongeveer 80 minuten had ik slechts twee slagen te spelen. Gelukkig vind ik die muziek prachtig. Op zo’n moment ben je meer publiek dan orkestlid. In sommige concertzalen, zoals Concertgebouw Amsterdam of de Parijse Philharmonie, kan er ook publiek zitten achter het orkest. Dan zie je wat wij zien. Het is altijd bijzonder interessant om aangezicht in aangezicht met de dirigent te staan.

 

Nico Schoeters: Als paukenist zit je in de “koninklijke loge” van het orkest. Steeds vanachter, mooi centraal. Dat is de beste plaats!

 

Welke rol spelen de pauken in het orkest?

 

Nico Schoeters: In veel partituren is de paukenist een bijzonder belangrijke partner voor de dirigent. Links van zich heeft hij of zij de Konzertmeister, direct voor zich heeft hij of zij de paukenist. Zeker in erg ritmische passages is een goed contact onontbeerlijk, want als paukenist hoor je in luide passages soms de rest van het orkest niet meer. Iedereen hoort wel jou, dus dat betekent dat je op dat moment actief leiding geeft aan de rest van het orkest. De dirigent laat je dan ook doen: hij staat de leiding van het orkest af aan jou. Het is echt heel belangrijk dat een dirigent vertrouwen heeft in de paukenist. Hij kan op bepaalde momenten de ritmische component van het dirigeren afstaan aan de paukenist en dan ondertussen met andere dingen bezig zijn.

 

Tijdens een concert zien we jou vaak nadenken over welke stokken je gaat gebruiken, Nico. Was is het verschil tussen al die verschillende stokken?

 

Nico Schoeters: De klank! Elke stok klinkt anders. Van hard hout tot grote, zachte vilten bollen. Sommige stokken klinken donkerder, andere helderder. De repetitie is voor mij eigenlijk een experimenteerfase. Wat is de juiste stok voor deze passage, in deze zaal en voor dit publiek? Natuurlijk is er ook een muziekhistorische component: de periode waarin de muziek gecomponeerd werd is belangrijk in het kiezen van de juiste stokken.

 

Als leider van de slagwerksectie, Nico, selecteer jij de freelancers die de sectie versterken. Hoe maak je jouw keuzes?

 

Nico Schoeters: Eigenlijk zijn we maar een heel kleine pupiter. Enkel Katia en ik zijn vast in dienst. Van in het begin heb ik ervoor gekozen om daarnaast quasi vast samen te werken met twee andere mensen, waaronder Koen. Dat komt de homogeniteit ten goede. Het is ook echt belangrijk dat je op voorhand perfect weet wat iemand gaat doen. Daarnaast geef ik echter ook graag jonge mensen een kans om ervaring op te doen in het orkest. Ik vind het mijn plicht om hen te ondersteunen!

 

Op 14 april spelen jullie de Zesde symfonie van Mahler met de beroemde hamerslagen …

 

Koen Maes: Uniek in het symfonische repertoire! Ik ben net verhuisd, dus ik heb al wat ervaringen kunnen opdoen met een voorhamer! (lacht)

 

Nico Schoeters: Die drie hamerslagen staan symbool voor drie noodlottige momenten in Mahlers leven: de dood van zijn dochter, het verlies van zijn baan en zijn eigen dood. Bij de première van de Zesde symfonie waren de hamerslagen echter niet duidelijk te horen in de zaal. Sindsdien gebruikt men een grote houten bak als klankkast. Op YouTube vind je echt schitterende compilaties van dat moment uit Mahlers Zesde symfonie. Niet zelden gaat het uit enthousiasme mis!

 

Koen Maes: Het leuke aan onze sectie is dat je steeds weer nieuwe instrumenten kan ontdekken. Mahlers hamerslagen zijn één voorbeeld, maar je hebt ook partituren die kettingen voorschrijven, auto-onderdelen en ga zo maar door.

 

Welk concert blijft jullie het meest in herinnering?

 

Nico Schoeters: Die keer dat Lorin Maazel ons orkest kwam dirigeren. Hij is een dirigent van de grootorde Herbert von Karajan en Bernstein. Ongelofelijk! Twee keer heb ik ook een solo gespeeld. De laatste keer was de vibrafoonpartij in John Williams’ Escapades uit de film Catch Me If You Can, met Branford Marsalis als saxofonist. Dat zijn onvergetelijke ervaringen!

 

Koen Maes: Voor mij is dat de Boléro van Ravel die we speelden tijdens onze tournee doorheen Spanje in april 2023. Ook de Vierde symfonie van Sjostakovitsj, het eerste werk waarvoor ik bij het Belgian National Orchestra geëngageerd werd, heeft een speciale plaats in mijn hart!

 

door Thomas Clarinval