Backstage bij de Koningin Elisabethwedstrijd

“De ontroering van een concert met de spanning van een sportwedstrijd!”

 

In mei en juni keert de Koningin Elisabethwedstrijd terug met een viooleditie die bijzonder spannend belooft te worden. Een terugblik op meer dan 70 jaar gedeelde geschiedenis met Nicolas Dernoncourt, secretaris-generaal van de wedstrijd, en Antony Hermus, chef-dirigent van het Belgian National Orchestra. Hij dirigeert dit jaar voor de eerste keer de finaleweek!

 

Dit jaar is de viool aan de beurt! Wat kunnen we verwachten?

Nicolas Dernoncourt: Door de pandemie is het nu geen vier, maar vijf jaar geleden dat de vorige editie voor viool plaatsvond. Dat grote gat verklaart misschien het hoge aantal kandidaten dit jaar: 290 in 2024 tegenover 180 in 2019. Van deze 290 musici hebben we er 70 geselecteerd voor de eerste ronde. Het aantal kandidaten groeit elk jaar, en het gemiddelde niveau ook. Elke keer zeggen we tegen onszelf dat het niet beter kan, en we worden altijd weer verrast, wat heel positief is!

 

Ben jij je ook al aan het voorbereiden, Antony?

Antony Hermus: Onlangs heb ik de partituur van het verplichte werk ontvangen. De vioolconcerti zitten natuurlijk voor een groot deel reeds in mijn repertoire. Het zal interessant zijn om te zien welke minder bekende concerti er gekozen worden. Je weet nooit wat je kan verwachten! Daarnaast is het ook belangrijk om flexibel te blijven bij het begeleiden van de solisten. Afgelopen oktober verwelkomde het Belgian National Orchestra Lorenzo Gatto, en in de repetitie volgde het orkest hem heel goed, maar speelde een beetje te hard naar mijn smaak. Tijdens de pauze kwam een van de musici naar me toe en zei: "Antony, ik zie wat je wilt doen. Zeg gewoon tegen ons dat we moeten spelen zoals op het Concours". Dus na de pauze deed ik dit voorstel aan de muzikanten en daar gingen ze! Ze hebben nog nooit zo stil gespeeld (lacht). Ze zijn zo verbonden met het Concours dat ze het meteen begrepen, het zit in hun DNA.

 

De link tussen het Belgian National Orchestra en de Koningin Elisabethwedstrijd is bijna even oud als de wedstrijd zelf …

ND: De allereerste wedstrijd die doorging onder de naam ‘Koningin Elisabethwedstrijd’, in 1951, vond plaats met het Belgian National Orchestra (n.v.d.r.: de twee voorgaande edities, in 1937 en 1938, heetten de Ysaÿe-wedstrijd en waren een samenwerking met het symfonisch orkest van het Nationaal Instituut voor de Radio-omroep, de voorganger van de BRT). Dus ja, we werken al lang samen, het ene jaar voor de finaleweek, het andere jaar voor de laureatenconcerten. En dan is er ook nog het jaarlijkse concert op 20 juli, de Prelude tot de Nationale Feestdag, waarbij de solist een prijswinnaar van de wedstrijd is. Ook in de reguliere concerten van het Belgian National Orchestra komen laureaten van de wedstrijd regelmatig aan bod. Het publiek onderhoudt een nauwe band met hen en komt hen altijd aanmoedigen, in Bozar en elders.

 

Dit wordt je eerste Koningin Elisabethwedstrijd, Antony. Wat vind je van deze uitdaging?

AH: Ik kijk er enorm naar uit! Als jongere was ik een grote fan van het concours, dat ik elke avond op televisie volgde. Voor mij is het dus echt iets speciaals om deze editie zelf te dirigeren. Vanuit mijn recente ervaring bij de Young Pianist Foundation in Nederland is het het belangrijkste om een omgeving van vertrouwen te bieden aan alle kandidaten en ze zoveel mogelijk te ondersteunen, zodat ze zonder angst risico's kunnen nemen en hun volledige potentieel kunnen bereiken. In tijden van stress zie ik me een beetje als een vaderfiguur. Ik herinner me een kandidaat van de Young Pianist Foundation die het pianoconcerto van Schumann speelde, met daarin een bekende passage waar veel bekende pianisten in het verleden een black out hadden. Ik had een pianorepetitie met de kandidaat - erg gestrest, dat kon ik meteen zien - en we kwamen bij deze passage. Op dat moment stopte hij en zei tegen me: "hier moet ik nog aan werken". De volgende dag waren we op repetitie met het orkest, en bij deze passage stopte hij en zei wederom: "hier moet ik nog aan werken". Ik antwoordde: "Nee, maak je geen zorgen, je moet het nu spelen, anders krijg je een black out op dag zelf.” Hij was woedend op me! Maar hij deed het, in het bijzijn van het orkest, en het werkte. Het was niet gemakkelijk in de finale, maar hij sloeg zich er doorheen... en won! Na afloop kwam hij naar me toe en bedankte me. Als zich in mei een soortgelijke situatie voordoet, zal ik op dezelfde manier handelen, in het belang van de kandidaat.

 

Wat verwacht je van een kandidaat?

AH: Natuurlijk moet een kandidaat op technisch vlak superieur zijn. Als dirigent ben ik echter minder geïnteresseerd in de noten dan in de muzikale persoonlijkheid van de musicus, wat hij of zij te bieden heeft en de zeer persoonlijke manier waarop hij of zij mij uitnodigt op een emotionele reis. Ik herinner me de pianist Boris Giltburg, die een black out had in de halve finale in 2013, maar zo briljant speelde dat al het andere er niet toe deed. Dat is waar ik op zoek naar ben!

 

Het concours staat bekend om zijn uitmuntendheid, maar ook om zijn hoge eisen. Hoe zorgt u voor objectiviteit en vermijdt u vriendjespolitiek?

ND: Wij zijn een van de strengste, maar ook een van de meest transparante wedstrijden. We zijn als een open boek: er zijn geen geheimen. Iedereen kan in het reglement lezen hoe we te werk gaan en we hebben daarnaast ook een deurwaarder die alles in de gaten houdt. In de loop der jaren hebben we mechanismen ingevoerd om de grootst mogelijke objectiviteit te garanderen, zoals het feit dat de juryleden onderling niet over de kandidaten mogen praten. Er is geen debat of overleg, alleen een geheim puntensysteem, wat belangrijk is zodat je kunt stemmen op basis van je eigen mening en niet op die van anderen die de stemmen zouden kunnen zien. Bovendien kunnen de juryleden niet stemmen op hun eigen studenten, en we hebben een wegingssysteem om ervoor te zorgen dat deze studenten niet benadeeld of bevoordeeld worden. Ons doel is om de wedstrijd zo eerlijk mogelijk te laten verlopen.

 

Een andere bijzonderheid bij het concours is het verplicht werk. Wat is de oorsprong van deze proef en hoe bereiden de kandidaten en het orkest zich erop voor?

ND: Eugène Ysaÿe had de ambitie om een muziekwedstrijd te creëren die geen wedstrijd was tussen leraren, maar tussen muzikanten. Zo kwam hij op het idee om jonge mensen iets te laten spelen dat hun leraren niet met hen hadden kunnen voorbereiden, om te laten zien wat ze alleen konden doen. Het verplichte werk was geboren en sindsdien is het een echt handelsmerk van de wedstrijd geworden. De 12 finalisten verblijven een tijdlang in de Koningin Elisabethkapel om dit stuk voor te bereiden en volgens hen is dat een van de meest verrijkende en gedenkwaardige ervaringen uit hun muzikale carrière. Daarna ben je deel van de club.

AH: Ik ga dit werk voordien reeds met het orkest voorbereiden en de componist zal bij de repetities aanwezig zijn. Bij het verplichte werk zal je heel goed kunnen zien hoe de verschillende kandidaten te werk gaan. Meer zeg ik niet om de spanning erin te houden, maar het wordt boeiend!

 

Hoe zou je de sfeer tijdens de wedstrijd omschrijven?

ND: De zenuwen staan veel meer gespannen dan bij een normaal concert en er is ook altijd veel enthousiasme. Doordat alles op radio en televisie wordt uitgezonden, beleef je de wedstrijd samen als land. Je hebt de ontroering van een concert met de spanning van een sportwedstrijd. Spannend omdat iedereen betrokken is bij de ondersteuning van deze jonge mensen: het publiek, het orkest, de jury, de media, de gastgezinnen, de koninklijke familie ...

 

Wat denken jullie van de plaats die muziek en cultuur in onze samenleving vandaag innemen?

AH: Ik zou veel kunnen zeggen over dit onderwerp, maar ik zal me concentreren op één zin: cultuur is niet de kers op de taart, maar de tarwe in het deeg. Kunstenaars hebben altijd een zeer belangrijke rol gespeeld in de maatschappij: ze creëren verbanden, bieden schoonheid en provoceren ook soms. In de hypermaterialistische wereld van vandaag is er steeds minder ruimte voor deze aspecten van het leven. Het is heel belangrijk om cultuur als een noodzakelijk onderdeel van de samenleving te zien en niet als ‘overbodig’ of ‘niet-essentieel’. Dat is mijn visie op de dingen en dat is waar ik voor vecht.

ND: Daar ben ik het helemaal mee eens. De rol van muziek en kunst is om bruggen te slaan en gedeelde banden te creëren. We hebben dit de afgelopen jaren duidelijk gezien, met de gezondheidscrisis. Een evenement als het concours brengt zoveel mensen uit verschillende culturen op één plek samen. En ik denk dat je nooit teveel bruggen kunt bouwen. Nooit.

AH: Toen ik jonger was, had ik een koordirigent die altijd zei: "muziek bouwt bruggen tussen de harten van mensen". Het delen van krachtige muzikale ervaringen brengt mensen samen, bouwt bruggen en laadt onze emotionele batterijen op. Ik merkte dit tijdens de nieuwjaarstournee: voor het concert is het publiek een beetje ‘neutraal’, maar dan beginnen we te spelen en aan het einde verlaat iedereen de zaal met een glimlach op zijn gezicht. Dat geeft veel voldoening.

 

Wat is jullie muzikale 'guilty pleasure'?

ND: Muziek is een van de grootste genoegens in mijn leven. Ik speel percussie en luister soms graag naar heel harde muziek, zoals heavy metal - er is geen goede of verkeerde manier om muziek te ervaren, zolang het je maar raakt. Maar ik heb ook een zwak voor eenvoudige natuurgeluiden: het geluid van de zee en de golven, of de wind in het bos... Het verbindt ons met wat er om ons heen is.

AH: Ik heb een zeer eclectische smaak: op dit moment hou ik van salsa en de optimistische benadering ervan. Ik speel ook graag jazz op de piano, en soms op de accordeon. Maar waar ik het meest van hou is stilte. Ik ben verliefd op muziek en heb er een extreem sterke band mee - ik ben er verslaafd aan! - maar omdat ik er de hele dag mee in aanraking kom, heb ik steeds meer het gevoel dat stilte een integraal onderdeel van mijn wereld moet zijn om me op de juiste momenten volledig met de muziek te kunnen verbinden. Aan de andere kant, als ik aan het manuaal van een groot kerkorgel zit, kan ik niet anders dan alles uit de kast halen en driedubbel forte spelen!

 

door Thomas Clarinval

 

Planning Koningin Elisabethwedstrijd en informatie

06/05-11/05: eerste ronde (Flagey)

13/05-18/05: halve finale (Flagey)

27/05-01/06: finale (Bozar)

juni: laureatenconcerten