Dit seizoen voltooien de drie federale instellingen hun integrale cyclus met de symfonische werken van Gustav Mahler. Het Belgian National Orchestra voert in oktober de Zevende symfonie uit onder leiding van chef-dirigent Antony Hermus, en begin december loodst eerste gastdirigent Roberto González-Monjas het orkest doorheen Mahlers Vierde symfonie, met Regula Mühlemann als sopraansoliste. Een reeks vragen voor beide dirigenten!
Antony Hermus, welke weg heb je tot nu toe als dirigent met Mahler afgelegd?
Mijn reis met Mahler begon 15 jaar geleden met de Eerste en de Vijfde symfonie – de Eerste mocht ik ook op CD opnemen! Daarna ben ik bij het Noord Nederlands Orkest in Groningen, waar ik vaste gastdirigent ben, een Mahler-cyclus gestart. Zo ben ik nagenoeg alle symfonieën tegengekomen: de Zevende (die we nu in Brussel gaan spelen), en meerdere malen – ook bij andere orkesten – de Vierde, Zesde en Negende. Daarnaast ook de onvoltooide Tiende in de versie van Deryck Cooke. Voor de volgende seizoenen staan bij verschillende orkesten de Tweede, de Derde, Das Lied von der Erde en zelfs de Achtste gepland. En dan heb ik nagenoeg Mahlers volledige symfonische oeuvre gedirigeerd. Je zou dan bijna kunnen zeggen dat ik “Mahler-specialist” ben (lacht). Mahlers muziek is voor mij het summum van muziek uit de romantiek. Ze kent een ongekende emotionele diepgang: van diepe wanhoop tot extatische vreugde. De symfonieën zijn vaak erg complex, en ook erg lang, maar het resultaat is telkens weer een ongelooflijke klankervaring.
Wat is volgens jou het verhaal dat Mahler verteld met zijn Zevende symfonie?
Het overkoepelende verhaal dat Mahler vertelt, is een reis van duisternis naar licht, van nacht naar dag. De symfonie begint in de schaduwen van de nacht (deel 1), mysterieus en zoekend. Het tweede deel (Nachtmusik I) schildert een nachtelijke scène en daarna komt een griezelig derde deel (scherzo). Het vierde deel (Nachtmusik II) is romantischer dan Nachtmusik I, en bevat serenade-achtige elementen, met als special guests: de gitaar, en de mandoline. In de finale tenslotte maakt de dageraad haar opwachting met een uitbarsting van stralend daglicht en vreugde!
Wat is voor jou het meest ontroerende moment?
Ik vind het begin van het vierde deel altijd ontzettend ontroerend. De zoete, romantische toon staat in sterk contrast met de meer turbulente delen van de symfonie.
Waarom koppel je Strauss’ Vier letzte Lieder aan Mahler?
Hoewel totaal verschillend in vorm behandelen beide werken existentiële thema’s. Mahlers Zevende maakt een reis van de duisternis naar het licht, terwijl Strauss’ Vier letzte Lieder gaan over de aanvaarding van de dood en het levenseinde. Beide werken zijn ook late werken. Mahlers Zevende vertegenwoordigd zijn late stijl en de Vier letzte Lieder waren de laatste werken die Richard Strauss voltooide.
Wat is voor jou als dirigent het meest heikele moment in Mahlers Zevende symfonie?
Wat mij betreft is dat de vorm van het laatste deel, de finale. Altijd moeilijk om te treffen, moeilijk om die beweging in het hart te raken.
Roberto González-Monjas, welke weg heb je tot nu toe als dirigent met Mahler afgelegd?
Afgezien van de Eerste symfonie en verschillende van zijn orkestrale liederencycli is dit het tweede grote Mahlerwerk dat ik dirigeer. Mahlersymfonieën zijn hele werelden, die de volledige complexiteit van de menselijke natuur en daarnaast ook al Mahlers eigen obsessies, zorgen, fantasieën en verlangens omvatten. Het voorbereiden van een werk van deze omvang vergt een buitensporige hoeveelheid tijd, te besteden aan onderzoek, studie en contextualisering van het werk.
Welk verhaal vertelt Mahler met zijn Vierde symfonie?
Mahlers Vierde is waarschijnlijk een van zijn meest intieme werken. De symfonie neemt ons mee op een innerlijke zoektocht langsheen zowel de lichtende als de duistere kanten van de mensheid: van geïdealiseerde pastorale esthetiek, tot visioenen van de hel, liefde, dood en wedergeboorte, om dan uiteindelijk uit te monden in Das himmlische Leben, een lied dat een onschuldige en bijna kinderlijke visie op de hemel en het paradijs uitbeeldt. Ik denk dat diegenen die gewend zijn aan Mahlers bombastische taal aangenaam verrast zullen zijn om een zacht en idyllisch werk te ontdekken – denk aan Beethovens Pastorale in vergelijking met zijn andere symfonieën!
Wat is voor jou het meest ontroerende moment?
Ik vind het derde deel een juweeltje: het hoofdthema is zo delicaat, zo vol liefde en toewijding. Toch vindt men, naarmate de muziek vordert, momenten van wanhoop en passie die doen denken aan het beroemde Adagietto van de Vijfde symfonie: een ware masterclass in het uitbeelden van de liefde in al haar facetten.
Waarom koppel je Mozartaria’s aan Mahler?
Net als in de literatuur, of in de beeldende kunsten, zijn ‘wortels’ uiterst belangrijk in de geschiedenis van de muziek: persoonlijk kan ik me de muziek van Gustav Mahler, of van Richard Strauss, niet voorstellen zonder Mozart. Mozart staat aan het beginpunt van een pad van muzikale creatie waarbij de relatie tussen tekst en muziek een hemels huwelijk wordt. Via Beethoven, Schubert, Brahms ... en helemaal tot aan de postromantische Oostenrijkse componisten is deze unieke manier om teksten op muziek te zetten een belangrijk onderdeel van de Duitstalige cultuur. Ik vind het geweldig om deze componisten in hetzelfde programma te combineren: het voelt heel erg logisch aan.
Wat is voor jou als dirigent het meest heikele moment in Mahlers Vierde symfonie?
Waarschijnlijk het eerste deel: dat zit vol lastige en delicate passages! Mahler was een componist die zijn eigen taal bleef verfijnen en zijn eigen werken bleef corrigeren om al zijn ideeën en wensen zo precies als mogelijk te noteren. Het eerste deel van de Vierde symfonie biedt bijzonder veel uitdagingen: als ik Mahlers instructies te letterlijk neem, wordt het een algauw karikatuur; als ik er te weinig rekening mee houdt, wordt de muziek vlak. Het is één grote evenwichtsoefening!
Sopraan Christiane Karg emotioneert met Strauss’ Vier letzte Lieder, waarna Mahlers Zevende symfonie een reis maakt van nacht naar ochtendgloren.
De Mahler-cyclus gaat verder met de Vierde symfonie. Regula Mühlemann zingt daarnaast ook aria’s van Mozart en Strauss.