Met humor, grandeur en reflectie vormt de Vijfde symfonie van Sjostakovitsj een creatief antwoord op de kritiek van Russische autoriteiten.
In de woelige jaren van de Grote Zuivering – een grootschalige campagne van vervolgingen in de Sovjet-Unie van 1936 tot 1938 – schreef Sjostakovitsj zijn Vijfde symfonie. De autoriteiten hadden via een recensie net zijn opera Lady Macbeth uit het district Mtsensk weggezet als ‘chaos in de plaats van muziek’ en de première van zijn Vierde symfonie was op het laatste nippertje geannuleerd geweest. Met zijn Vijfde symfonie formuleerde Sjostakovitsj “een creatief antwoord van een Sovjetartiest op gerechtvaardigde kritiek.” Dat resulteerde in een ietwat normale orkestbezetting, en een toegankelijkere, meer tonale compositiestijl. De autoriteiten interpreteerden het werk met zijn indrukwekkende, extatische finale als het verhaal van een Sovjetheld wiens persoonlijkheid door verschillende crisissen werd gevormd om dan in de finale te overwinnen en optimistisch in de toekomst te blikken. Anderen hoorden in de vierdelige symfonie dan weer een verborgen kritiek op het regime. Hoe het ook zij, de Vijfde symfonie was een enorm publiekssucces en Sjostakovitsj werd volledig gerehabiliteerd. Ook vandaag nog blijft deze symfonie, een ideale combinatie van reflectie, humor en grandeur, een van Sjostakovitsj’ meest geliefde werken.