5 Alexandre Tharaud Virgin Classics Marco Borggreve 2

Alexandre Tharaud: "Wanneer ik Ravel speel, voel ik zijn handen, zijn speeltechniek, zijn fysiognomie. Ik ben in zijn lichaam."

Interview

Na het opnemen van ongeveer vijftig platen, het schrijven van meerdere boeken en het spelen in verschillende films, keert pianist Alexandre Tharaud terug naar België om de twee pianoconcerti van Ravel uit te voeren op 7 februari in Bozar en op 8 februari in Namen. In dit interview maken we kennis met zijn liefde voor het podium, het opnameproces en Ravel.

In uw carrière bent u ook op zoek naar ervaringen buiten muziek, zoals theater, dans en film. Hoe beschrijft u uw band met het podium?

Ik ben op het podium geboren. Als kind wilde ik geen pianist worden, ik wilde vooral op het podium staan, ongeacht welk beroep ik had. Ik was zelfs gelukkig geweest om de vloer op het podium te dweilen! Ik wil leven in een theater, en dat inspireert me veel meer dan de muziek.
Ik hou van de coulissen, de kleedkamers van theaters, vooral die van Italiaanse theaters, met gordijnen, koepels en stof... Als er één plek is waar ik me het gelukkigst ter wereld voel, is het wel in de stof van de backstage... Al zeggen mijn allergieën iets anders! (lacht)

Magische opnames gebeuren door iemand die ik niet ken, die diep van binnen zit. De persoon die in mij leeft, verschijnt, laat zijn gezicht zien voor een kwart seconde, en gaat dan weer weg.
Alexandre Tharaud Pianist

Als het podium u zo bevalt, waarom heeft u dan zoveel opnames gemaakt?

De eerste tien jaar van mijn professionele leven trad ik nauwelijks op... Terwijl het podium me zo aantrok! Ik speelde voor tien mensen en dat was voldoende voor mij. Ik begeleidde stille films, speelde in restaurants... Ik had op dat moment ook het geluk om opnames te maken, dat deed ik vaak voor kleine platenmaatschappijen. Niemand pikte het op, geen enkele recensent had er interesse in. Ik wachtte nerveus op recensies, ik wilde woedend zijn over negatieve opmerkingen, ik wou kunnen schreeuwen: "De criticus heeft een absoluut geniaal moment gemist!" Terwijl ik eigenlijk platen maakte die helemaal niet bijzonder waren. Maar dat is vaak zo in het begin van je carrière, en ik leerde iets anders in die periode: het gebruik van micofoons en opnames. 

Ik vond opnemen meteen leuk. In tegenstelling tot in een concertzaal, waar je ook het laatste balkon moet bereiken, praat je in een opnamestudio met één persoon, het is een tête-à-tête. Maar het is ook een soort van gevangenis, je blijft tussen de 3 en 7 dagen, opgesloten in de studio, ver weg van de wereld. Je kan vijftig keer hetzelfde fragment doen, maar hoe meer je speelt, hoe slechter... Totdat we vijf minuten stoppen, en er iets magisch gebeurt. Het is alsof er een kracht naar voren springt uit ons lichaam, die alles stopt. Magische opnames gebeuren door iemand die ik niet ken, die diep van binnen zit. Dat vind ik leuk aan het opnemen! De persoon die in mij leeft, verschijnt, laat zijn gezicht zien voor een kwart seconde, en gaat dan weer weg. Zoals wanneer we iemand die we verloren hebben weer zien in een droom: die persoon geeft ons een teken. Dat vind ik buitengewoon.

We komen niet ongeschonden uit het Concerto voor de linkerhand.
Alexandre Tharaud Pianist

Uw repertoire strekt zich uit over meer dan drie eeuwen, en toch is er een voorkeur voor de muziek uit het begin van de 20e eeuw. Is dit muziek die u in het bijzonder aanspreekt?

Ja, de wereld van de eerste helft van de 20e eeuw in Frankrijk boeit me, vooral de jaren 20, toen alle kunstvormen samenkwamen. Ik heb talloze albums aan deze periode gewijd. Toen ik klein was, was Madeleine Milhaud, de weduwe van Darius Milhaud, mijn beste vriendin. We verschillen ongeveer 65 jaar, maar ik bewonderde haar, we zagen elkaar voortdurend. Door haar heb ik veel componisten leren kennen. Ze zag Satie wekelijks — hij kwam elke woensdag bij de Milhauds eten —, ze heeft Debussy zien spelen, ze kende Colette goed, en ze kende Ravel heel goed.
 

Ravel fascineert me sinds mijn jeugd. Ik heb hem op verschillende manieren bestudeerd. Ik heb de volledige werken van Ravel die enkel voor de piano zijn opgenomen en ook zijn werk dat voor piano en orkest is. Ik speelde Ravel ook: ik was zijn stem in een televisieserie, en introduceerde de heruitgave van Jankélévitch's essay over Ravel. Ik was de handen van Ravel voor de film Boléro (2024) van Anne Fontaine. Ik heb ook de muziek van die film gespeeld, waarbij ik probeerde te spelen zoals Ravel door mijn handen kleiner te maken. Hij componeerde altijd voor de piano; dus wanneer ik Ravel speel, voel ik zijn handen, zijn speeltechniek, zijn fysiognomie, zijn schouders worden strakker. Ik ben in zijn lichaam.

U zult binnenkort de twee pianoconcerti van Ravel in één avond uitvoeren. Is dat iets dat vaak gebeurt?

Niet vaak, maar het resultaat is verbluffend. Voor het publiek dat ze niet goed kent, is het eerst verrassend, omdat de concerti totaal verschillend zijn, hoewel ze tegelijkertijd geschreven zijn. Het Concerto in Sol is klassiek, sprankelend, enorm Frans, en tegelijk Mozartiaans; het Concerto voor de linkerhand is volledig nieuw, visionair, extreem duister, spreekt over de dood, over jazz, oorlog en ook over handicaps. Dit laatste begint met een lange orkestintroductie, die diep uit de aarde begint en gevolgd wordt door een grote cadenza aan de piano, enorm moeilijk, vooral het het orkest niet meespeelt. Vervolgens komt de nachtmerrie, waarin alle elementen van het leven van Ravel — een beetje zoals in L'enfant et les sortilèges — botsen. We komen niet ongeschonden uit het Concerto voor de linkerhand.

Met zoveel zachtheid en nederigheid, is Ravel een kunstenaar die zich boven alle anderen verheft.
Alexandre Tharaud Pianist

En komen we ongeschonden uit de uitvoering van het Concerto voor de linkerhand?

Ik heb opgemerkt dat sommige pianisten het concerto hebben geprobeerd aan hun repertoire toe te voegen, maar het na een concert hebben laten vallen. Het is een lastig concerto, omdat we iets missen. Wij pianisten zijn normaal vaardiger met de rechterhand dan met de linker. Alleen al het feit dat we alleen met de linkerhand spelen, voelt ongemakkelijk aan. Die beperking is precies wat ik op het podium interessant vind. Ravel heeft iets ingeperkt in bijna al zijn werken. Het Boléro heeft een thema dat niet beweegt, de Valse heeft een repetitief ritme dat niet stopt en dat steeds opbouwt. Deze beperkingen zijn constante uitdagingen, die hij steeds weet te overwinnen. Het spelen van het Concerto voor de linkerhand is ook een uitdaging voor mij, zelfs al heb ik het honderd keer gespeeld? (lacht) Als ik het zo vaak speel, is het omdat anderen het niet willen spelen, terwijl het Concerto in Sol door iedereen wordt uitgevoerd.

Op welke manier versterken deze concerti elkaar?

Het Concerto voor de linkerhand toont aan dat Ravel veelzijdig is, dat hij zich verbergt. Dankzij dat concerto begrijpen we in het Concerto in G dat hij een man met geheimen is. Het tweede deel kent een ontroerende intimiteit. Dit lange lied – weer een uitdaging, een enkele lijn van 9 minuten – is ongelooflijk! Het stopt nooit, we worden meegesleept tot de laatste noot.

Dat is waarschijnlijk nog zo'n beperking die u waardeert in Ravel?

Precies! En het kent een enorme intimiteit, hij vertelt erin over de band met zijn moeder. Zijn moeder spreekt in al zijn werken, zoals een wiegeliedje, dat zegt: "maak je geen zorgen, ik weet dat je het moeilijk hebt, maar ik ben hier om je te beschermen. "Wanneer de fluit in het langzame gedeelte van het Concerto in Sol binnentreedt, is dat ontroerend. Ik ween vaak als ik het speel, omdat het zijn moeder is die spreekt. Het Concerto 'voor de linkerhand' vertelt daarentegen iets heel anders, het gaat over zijn donkere kant, zijn gesloten kant, zijn frustraties. Dit concerto is bijna sadomasochistisch, het blijft opbouwen en dan veroorzaakt het pijn, botst het tegen de muur en ervaringen van het leven, en haalt het er levensgenot uit. Het is iets verschrikkelijks, en het is ontroerend dat hij het ons vertelt. Met zoveel zachtheid en nederigheid, is Ravel een kunstenaar die zich boven alle anderen verheft.

Geschreven door Ruben Goriely