Wat gebeurt er als muziek, dans en architectuur samensmelten? Op 18 september zoekt BNO het antwoord in Bozars Staging the Concert, samen met danseres Maïté Maeum Jeannolin en choreograaf Radouan Mriziga. We gingen in gesprek met Mriziga en Elias D’hollander, onderzoeker aan de UGent en zijn creatieve partner.
Hoe zou je je werk omschrijven?
Radouan Mriziga: Ik onderzoek de relatie tussen lichaam, ruimte en innerlijk — altijd vertrekkend vanuit een choreografisch perspectief. Dat kan vele vormen aannemen: dans, tekst, installatie, video, maar beweging is steeds het uitgangspunt.
Elias D’hollander: Ik bestudeer de interactie tussen choreografie en architectuur. Tijdens mijn onderzoek kwam ik Radouans werk tegen — het sprak me meteen aan door de manier waarop het in staat is om tegelijk op verschillende niveaus te resoneren — vanuit het lichaam naar de buitenwereld toe.
Muziek, geluid en ritme zijn altijd aanwezig in mijn werk
Wat mogen we verwachten op 18 september?
R.M.: Muziek, geluid en ritme zijn altijd aanwezig in mijn werk — ze sturen de beweging. Ik hou ervan om met live-musici te werken, om die interactie op te zoeken. Daarom hebben we gekozen voor Shaker Loops van John Adams: de strijkers bieden veel vrijheid. Zelf blijf ik uit de performance om het geheel — zaal, musici, en de fantastische danseres Maïté Maeum Jeannolin — beter te observeren.
Wordt de Henry Le Bœufzaal ook een personage?
R.M.: Zeker! Het is mijn eerste keer in Bozar, zo’n bijzondere plek. Voor mij voelt het als een ruimteschip dat je ergens naartoe voert… De zaal is zowel technisch als visueel en akoestisch heel verfijnd. We hebben veel nagedacht over hoe de architectuur in de ervaring kan worden opgenomen.
E.D.: Het Paleis voor Schone Kunsten van Horta werd gebouwd op lastige grond, die eerst moest worden drooggelegd. Het gebouw zelf zet dus aan tot nadenken over ecologie en over de relatie die Brussel met water heeft. Tegelijk toont het de architecturale evolutie van Horta, van de koloniale invloeden van de “Style Congo” naar een meer formele moderniteit. Die dialoog tussen verleden en heden speelt mee in het verhaal dat we vertellen.
Welke thema’s willen jullie nu verkennen?
R.M.: We willen verschillende lagen verweven: de geschiedenis van de muziek, van de muzikant, van de zaal en hun band met de natuur — en alles komt samen via het geluid. Het publiek beweegt zich door dit gelaagde veld, van het persoonlijke naar bredere thema’s zoals ecologie.
Het Paleis voor Schone Kunsten van Horta zelf zet aan tot nadenken over ecologie en over de relatie die Brussel met water heeft. Die dialoog tussen verleden en heden speelt mee in het verhaal dat we vertellen.
Hoe inspireert klassieke muziek je, Radouan?
R.M.: In Marokko dans je niet op klassieke muziek. Dan stel je je de vraag: kan ik hiervoor dans maken? De structuur, de geschiedenis, het compositorisch denken van klassieke muziek spreekt me enorm aan. Maar te veel analyse haalt soms het mysterie weg. Ik probeer die magie weer voelbaar te maken, met mijn choreografische blik.
Hoe werken jullie concreet?
R.M.: Een scenografie maken is eigenlijk een reis vormgeven voor het publiek. In dit project is muziek voor het eerst het vertrekpunt. Normaal vertrek ik eerder vanuit gevoelens, beelden, herinneringen. Alles vertrekt vanuit het lichaam en gaat via ruimte en geluid naar het publiek. Intuïtie en emotie bepalen de keuzes — anders duurt het werk 24 uur! (lacht)
E.D.: Wat me aanspreekt in Radouans werk is de balans tussen openheid en complexiteit: hij geeft het publiek ruimte om zijn eigen ervaring op te bouwen, zonder een bepaalde interpretatie op te leggen. Zoals schrijver en filosoof Édouard Glissant het noemt: “opaciteit” — je hoeft niet alles te begrijpen om verbinding en relatie te voelen.
Ik hoop dat het publiek zich verbindt met de muziek, de performer, de ruimte, en met hun eigen herinneringen en verbeelding. Mijn bedoeling is om een blijvende indruk achter te laten, zowel fysiek als mentaal.
Wat hopen jullie dat het publiek meeneemt?
R.M.: Een gevoel van samenzijn. Ik hoop dat het publiek echt actief betrokken raakt — niet gewoon op afstand toekijkt — maar zich verbindt met de muziek, de performer, de ruimte, en met hun eigen herinneringen en verbeelding. Mijn bedoeling is om een blijvende indruk achter te laten, zowel fysiek als mentaal. Als dat lukt, is dat voor mij meer dan genoeg!
Staging the Concert maakt deel uit van een reeks concerten die nieuwe dimensies van de orkestmuziek verkennen. Het seizoen 25*26 heeft nog veel meer verrassingen in petto.
Laat je meevoeren door Dvořáks Negende symfonie tijdens een Symphonic Date, waar presentator Thomas Vanderveken je meeneemt in de beleving van dit meesterwerk.
Julia Wolfe's oratorium Fire In My Mouth geeft een stem aan de 146 mensen die omkwamen in een kledingfabriek, in een ontroerend herdenkingsconcert.
Organist Thierry Escalch verrast ons met een symfonisch concert gewijd aan de muziek van de 20e eeuw, met Stravinky, Poulenc, Fauré en Copland.