Het Belgian National Orchestra nodigt het Orchestre National de Lyon uit voor Mendelssohns Vioolconcerto en Bruckners Zevende symfonie.
“De Duitsers hebben vier vioolconcerten,” zo beweerde de beroemde violist Joseph Joachim: “het grootste, meest compromisloze is dat van Beethoven. Dat van Brahms is het meest serieuze. Het rijkste, het verleidelijkste, is geschreven door Max Bruch. Dat van Mendelssohn echter is het meest innerlijke, het juweel van het hart.” Mendelssohn had maar liefst zes jaar tijd nodig om zijn Vioolconcerto te voltooien: het was zijn laatste werk voor groot orkest.
In dit uitwisselingsconcert speelt het Orchestre National de Lyon onder leiding van haar chef-dirigent Nikolaj Szeps-Znaider ook Bruckners Zevende symfonie. Dit vierdelige werk is misschien wel Bruckners meest geliefde werk. Het adagio, dat begint met een door altviolen en Wagnertuba’s gedomineerde treurzang, is een ode Richard Wagner. Deze verkeerde in slechte gezondheid toen Bruckner aan het adagio begon en stierf toen de beweging halverwege was. De bekkens en de triangel – die in deze beweging slechts één maat te spelen hebben en niet optreden in de overige delen van de symfonie – zouden volgens sommige musicologen het moment verklanken waarop Bruckner het nieuws van Wagners overlijden hoorde. De première van de Zevende symfonie in december 1884 was Bruckners eerste grote professionele succes.