Interview Hans Waege - 'Hope and Despair'

Het balanceren tussen hoop en wanhoop is zowel voor de samenleving in haar geheel als voor de mens in het bijzonder iets fundamenteels. Kunnen hopen en kunnen wanhopen onderscheidt ons van de machines waarmee we ons omringen, van de algoritmes die invloed nemen op ons bestaan, en van de artificiële intelligentie die zich steeds verder ontwikkelt. Het onderscheidt ons ook van andere levende wezens. “Naarmate de bewustzijnsgraad toeneemt, groeit ook de intensiteit van de wanhoop”, zo beweerde de Deense filosoof Kierkegaard ooit.

Opgroeien als mens betekent ‘bewustzijn vergaren’ en dat betekent op zijn beurt weer ‘gaandeweg leren omgaan met onze eigen eindigheid’. In het uitstellen van ons einde boekten we reeds heel wat successen. Vandaag leven mensen langer, vinden oplossingen voor heel wat medische problemen en ontwikkelen ook systemen om de vruchten van hun leven – ideeën, al dan niet gematerialiseerd – door te geven aan volgende generaties. Dit maakt de tragiek van het soms veel te vroege verlies van geliefden echter niet kleiner. Wanneer dan ook nog eens oorlogen uitbreken en natuurrampen zich voordoen, verwordt de op stoom geraakte vooruitgangstrein tot een jammerlijke processie van Echternach. Hoop slaat om in wanhoop en zekerheden verdwijnen als sneeuw voor de zon.

Op dergelijke momenten worden we ons bewust van onze extreme fragiliteit. Onze relatief jonge welzijnssamenleving met aandacht voor zwakkeren, onderwijs, zorg en cultuur, ingebed in een Europese context en geschraagd door een democratisch systeem, is allesbehalve een permanente verwezenlijking. Het is daarentegen een hoogst artificiële constructie die net omdat ze zo afwijkt van wat men voorvindt in de natuur, voortdurend het risico loopt om te desintegreren. Orde neigt naar chaos, en het is enkel de goede wil en de continue inzet van een volledige bevolking dat een systeem als het onze in stand kan houden. We moeten elke dag blijven hopen en met overgave voor die uitzonderlijke waarden blijven gaan.

Dit seizoen begint met een ode aan Wim Henderickx die we als ‘composer in residence’ hadden aangevraagd, maar die onverwachts en veel te vroeg is heengegaan. We openen ons seizoen met zijn laatste groot symfonisch werk – Rejoice! Hymn for new Times, een opdracht van het Belgian National Orchestra rond de seizoenthematiek ‘Hope and Despair’. Een ander werk dat we bij hem bestelden, zijn volgende symfonie, mocht niet zijn en vervangen we in samenwerking met Klarafestival en Bozar door Tejas: zijn grootste orkestrale verwezenlijking. Dank je wel Wim voor zoveel warmte en zoveel hoop.

Muziek is een uitgelezen kunstvorm om om te gaan met de hoop en de wanhoop die we ervaren. Een mineurtoonaard verplaatst ons naar een druilige dag waarop het leven niet wil vlotten, terwijl een majeurtoonaard de zon doorheen de wolken laat breken. Heel wat muziek toont een weg uit de duisternis naar het licht. Beethovens Vijfde symfonie, die eerste gastdirigent Roberto González-Monjas in december zal dirigeren, is daarvan het perfecte voorbeeld. In andere werken zoals Shostakovich’ zacht eindigende Achtste symfonie, die chef-dirigent Antony Hermus in oktober zal dirigeren, heeft de wanhoop het laatste woord. Eigen aan de symfonische traditie is dat de uitkomst steeds het resultaat is van een lang, moeizaam bevochten proces met wisselingen van ritme, dynamiek en frasering. Dit proces als publiek in een concertzaal samen met honderden andere toeschouwers mogen doorleven, vormt voor velen een bron van inspiratie, een moment van verbondenheid met onze ‘condition humaine’, een aanmoediging om alle uitdagingen met energie en hoop steeds weer tegemoet te treden en aan te pakken.

Meer dan eens teisterde diepe wanhoop het leven van Gustav Mahler. In zijn symfonische oeuvre sublimeerde hij zijn leed echter op monumentale wijze. In een tijdspanne van twee jaar brengen de drie federale kunstinstellingen – het Belgian National Orchestra, Bozar en de Munt – alle symfonieën van Mahler. Het Belgian National Orchestra geeft de aftrap voor deze mammoetonderneming met een uitvoering van de Eerste symfonie onder leiding van Roberto González- Monjas. Verderop in het seizoen dirigeert Antony Hermus de titanische Zesde symfonie die we samen met het orkest van de Munt uitvoeren.

Na een Shostakovich- en een Rachmaninov-festival brengen we begin februari 2024 een Prokofievfestival onder de muzikale leiding van Stanislav Kochanovsky. Daarbij focussen we op een periode die meestal onderbelicht blijft: Prokofievs omzwervingen in Europa en Amerika tussen 1918 en 1936. Naast het Tweede pianoconcerto (met Alexander Melnikov) en het Eerste vioolconcerto (met Veronika Eberle) van de Russische componist, zullen de balletten die hij in die tijd voor Sergei Diaghilev schreef u uitermate kunnen bekoren. Tijdens het openingsconcert brengen we bovendien enkele fragmenten uit zijn magnus opus, de op Tolstoj gebaseerde en in deze tijden bijzonder relevante opera Oorlog en vrede.

Met chef-dirigent Antony Hermus, eerste gastdirigent Roberto González- Monjas en geassocieerd dirigent Michael Schønwandt reden we vorig jaar reeds een erg gesmaakt parcours. Dit seizoen zet in op een verduurzaming van hun relatie met het orkest. In vergelijking met vorig seizoen, toen hij nog ‘aankomend chef-dirigent’ was, zal Antony Hermus een stuk meer aanwezig zijn. Hij dirigeert naast heel wat reguliere concerten ook het Nieuwjaarsconcert en de Koningin Elisabethwedstrijd. Ook met Dirk Brossé en Frank Strobel, de curatoren van de reeks Film Symphonic, zetten we in op verduurzaming.

Wat solisten betreft, konden we niet alleen enkele grote namen strikken (zoals pianist Leif Ove Andsnes voor het openingsconcert, violist Christian Tetzlaff voor het Vioolconcerto van Sibelius en de jonge stercellist Yibai Chen), maar startten we ook enkele spannende ‘out of the box’-trajecten op. Een daarvan is de ontginning van minder bekend repertoire zoals het Eerste pianoconcerto van Nikolai Medtner. De Belgische pianist Florian Noack voert dit werk niet enkel uit in Bozar, maar neemt het ook samen met het Belgian National Orchestra op cd op.

Hopen en wanhopen zijn intrinsiek menselijke activiteiten. Muziek kan ons helpen om zaken in perspectief te plaatsen, om tragische gebeurtenissen te verwerken, en om daar waar wanhoop in al haar donkerheid regeert terug weer hoop te laten ontkiemen. Ik wens u een boeiend seizoen toe vol nieuwe ontdekkingen!